vrijdag 29 november 2013

In elk nummer op Reflektor gebeurt meer dan op de meeste rockplaten (*****)

In elk nummer op Reflektor gebeurt meer dan op de meeste rockplaten (*****) Door: Gijsbert Kamer − 30/10/13, 20:00 © Take Aim. Arcade Fire als The Reflektors
Reflektor is ook een plaat die na elke keer draaien nog een keer gedraaid wil worden. Vooral omdat de variatie in de nummers zo groot is en omdat de band met zo veel plezier het hele album door nieuwe vondsten presenteert, schrijft Volkskrant-recensent Gijsbert Kamer. Reflektor, het vierde album van het Canadese Arcade Fire duurt lang. En ja, wellicht was het album zonder bijvoorbeeld Porno en Supersymmetry nog sterker geworden. Ook dat elektronische gepruttel aan het eind van beide cd's had er best afgekund. Dat weet Arcade Fire zelf ook wel en een van de redenen om deze band nu nog meer te koesteren, is dat ze al die voorspelbare kritiek met de tong uit de mond gestoken pareren. Want zelfs al haal je er wat af - ik zou het niet doen - dan blijft er nog zo veel om vol van te genieten. Reflektor is ook een plaat die na elke keer draaien nog een keer gedraaid wil worden. Vooral omdat de variatie in de nummers zo groot is en omdat de band met zo veel plezier het hele album door nieuwe vondsten presenteert. In elk nummer gebeurt meer dan op de meeste rockplaten. Er vallen steeds weer nieuwe dingen op, het geluid is breder dan voorheen en de mix van Caribische percussie en elektronica werkt wonderwel Breder geluid Producer James Murphy (LCD Soundsystem) heeft de boel niet dichtgemetseld met zijn elektronica, maar juist opengegooid. Veel nummers klinken op het eerste gehoor bijna rommelig (We Exist), kennen tempoversnellingen en -vertragingen (Here Comes The Night Time) of slaan halverwege om in een heel andere stemming Awful Sound (Oh Eurydice). Een popliedje als You Already Know kent een melodie waarop The Smiths destijds patent hadden - je begint meteen mee te zingen. In elk nummer gebeurt meer dan op de meeste rockplaten. Er vallen steeds weer nieuwe dingen op, het geluid is breder dan voorheen en de mix van Caribische percussie en elektronica werkt wonderwel. Zanger Win Butler zingt nog altijd getergd, soms bijna verkrampt, maar de bonte weelde aan klanken eromheen maakt dat het nergens zwaar op de hand wordt. De toon blijft licht en eigenlijk zet Arcade Fire hier een heel nieuw geluid neer.

Geen opmerkingen: