dinsdag 25 augustus 2015

Gregg Allman Wonderschone southern rock van de architect zelf. 24 juli 2015, Paradiso, Amsterdam Tekst: Peter Hageman Beeld: Peter Hageman Publicatiedatum: 26 juli 2015 In 1971 opent The Allman Brothers Band het legendarische livealbum At Fillmore East met 'Statesboro Blues'. Ook vanavond in Paradiso opent Gregg Allman zijn show met dit nummer. The Allman Brothers Band is in de jaren zeventig de architect van de southern rock met een uitstekende livereputatie. Bij concerten spint hij zijn nummers rustig uit tot een half uur en er wordt veel en lang gejamd. Zijn southern rock krijgt ook een stevige bluesinjectie en de zang van Gregg Allman is vol met soul. Intensief touren brengt de band succes, maar er zijn ook de nodige tegenslagen. Broer Duane komt om bij een motorongeluk en Gregg zelf heeft de nodige problemen door zijn drugsgebruik. Naast het werk met de band heeft Gregg Allman een solocarrière en in 1995 wordt hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. In 2014 stopt de band definitief. [Gregg Allman] Maar deze avond is natuurlijk doorspekt met nummers van de band en die nummers krijgen ook de meeste bijval. 'Cosy' vindt Gregg Allman het vanavond en hij vindt het jammer dat Duane er niet bij kan zijn. Hij zit een beetje verborgen achter zijn imposante Hammondorgel en je kunt nog net zijn hoofd met zijn lange, inmiddels grijze haar en netjes getrimde baard zien. Zijn nog altijd soulvolle stem vult de zaal en klinkt prachtig. Zeker bij ballads als 'Melissa' en 'Midnight Rider' zorgt die voor kippenvelmomenten. Naast gitaar, bas en drums is er in de band die Allman heeft meegenomen ook een percussionist, een toetsenist en een driekoppige blazerssectie. Ze klinken evenwichtig en het geluid is vanavond helder en goed in balans, al is Allmans orgel soms wat te zacht. Allman had een 'bitchin' good time in the seventies', zegt hij. En net als in de jaren zeventig is er in het midden van het optreden een lange drums- en percussiesolo, die Allman de tijd geeft om schone kleren aan te trekken. Allman draagt het concert op aan zijn moeder, die afgelopen nacht overleden is. 'It's Not My Cross to Bear' volgt en stiekem pinkt het publiek een traantje weg. Wat een wonderschoon optreden is dit toch. Gelukkig wordt het ook nog even smerig met een stevig rockend 'Love Like Kerosene', waarbij Allman de gitaar ter hand neemt. Tot slot gaat hij terug naar de succesjaren van The Allman Brothers Band met afsluiter 'Southbound'. Het had nog uren mogen duren met jams en lang uitgesponnen nummers, maar de architect van de southern rock is inmiddels 67. Hij heeft twee uur lang het allerbeste gegeven wat hij had en het publiek heeft genoten.

Geen opmerkingen: